Schlüter-Systems: Het belang van een goede terrasopbouw

Water en temperatuurschommelingen spelen een cruciale rol bij de duurzaamheid van terrassen. Onvoldoende afvoer van hemelwater kan leiden tot vochtophoping in de winter, wat resulteert in spanningen en scheuren, vooral bij vrieskou. In de zomer ontstaan er dampdrukspanningen door de hitte. Deze factoren kunnen leiden tot vroegtijdige slijtage van het terras. Echter, wie kiest voor een juiste opbouw met de juiste producten, kan langdurig van zijn buitenruimte genieten.

Er zijn diverse methoden om balkon- en terrasconstructies te realiseren zonder schade. De keuze van de methode hangt af van lokale omstandigheden en de voorkeuren van de opdrachtgever.

Met de volgende producten bieden we een systeemgarantie om een schadevrije terrasconstructie te realiseren.

 

 

Schlüter® -TROBA-PLUS

Een betrouwbare en duurzame oppervlakteafvoer die horizontaal wordt geplaatst op bitumenafdichtingen met afschot. Het bestaat uit een gesloten polyethyleenfolie met noppen aan één zijde, bedekt met een filtervlies. Bij Schlüter® -TROBA-PLUS 8G is in plaats van een filtervlies een gaas aangebracht.

De zijde met noppen en filtervlies/gaas, waarop de bekledingsconstructie wordt geplaatst, fungeert over het gehele oppervlak als een drainagelaag (capillaire passieve drainage) met een zeer hoge waterafvoercapaciteit. Schlüter® -TROBA-PLUS beschermt tegelijkertijd de afdichting met een gesloten polyethyleenstrip. De dicht op elkaar geplaatste noppen, die de vorm hebben van stompe kegels, kunnen zeer hoge drukbelastingen weerstaan.

De ruimte tussen de noppenlaag en het filtervlies/gaas creëert een isolerende luchtlaag voor warmte en contactgeluid, wat de afdichting extra beschermt tegen schadelijke thermische invloeden. Hierdoor wordt een gelijkmatige en vlakke spreiding van de belasting boven de afdichting gegarandeerd.

 

Verwerking

  1. Zorg ervoor dat de ondergrond voldoende draagkrachtig is en dat de afdichting naar de afvoer helt en daarop aansluit. Grote oneffenheden in het afschot van de afdichting kunnen worden geëgaliseerd met kant-en-klare mortel voordat TROBA-PLUS wordt geplaatst.
  2. Leg TROBA-PLUS onafhankelijk van de helling los op de afdichting, met het filtervlies/gaas naar boven gericht. Laat de naden overlappen met de uitstekende vliesrand.
  3. Plaats de bekledingsconstructie volgens de geldende technische voorschriften rechtstreeks op TROBA-PLUS.
  4. Voor randafwerkingen, bewegingsvoegen en aansluitingen aan wanden raden wij onze profieltypes Schlüter-BARA en Schlüter-DILEX aan.

 

Schlüter® -BEKOTEC-DRAIN-EN 23 FD

Is gebaseerd op de speciaal gestructureerde noppenfolieplaat Schlüter® -BEKOTEC-EN 23 FD met regelmatige openingen. Deze plaat wordt, afhankelijk van de constructie, rechtstreeks geplaatst op de in afschot gelegde afdichtingslaag of boven de oppervlaktedrainage van Schlüter® -TROBA-PLUS.

De krimp die optreedt tijdens het uitharden van de dekvloer wordt geleidelijk afgebouwd in het noppenraster. Hierdoor kunnen spanningen als gevolg van krimp niet op het hele oppervlak inwerken, waardoor er geen bewegingsvoegen in de vloer nodig zijn. Echter, bij aansluiting met andere vaste bouwdelen is een bewegingsvoeg wel vereist.

Dit systeem wordt vaak gekozen bij renovaties om toch een dekvloer te kunnen plaatsen. Dankzij deze methode kan er twee centimeter winst worden behaald. Bovendien is er geen wapening of speciale toeslagstoffen nodig. Met dit systeem zijn er ook geen storende zetvoegen in de dekvloer, wat zorgt voor meer esthetische vrijheid bij het plaatsen van de tegels.

 

Verwerking

  1. Zorg voor een ondergrond met een correcte afschot voor Schlüter®-BEKOTEC-DRAIN.
  2. Breng rondom de bekledingsranden aan de opgaande wanden of inbouwelementen de 8 mm dikke randstrook Schlüter®-BEKOTEC-BRS 808 KSF aan. Deze randstrook heeft een kleefsteunvoet met klevende bevestigingsstroken aan de boven- en onderzijde, waardoor deze stevig tegen de wand wordt gedrukt.
  3. Leg eerst de capillair passieve oppervlaktedrainage Schlüter®-TROBA-PLUS op de afdichtingslaag.
  4. Plaats vervolgens de noppenplaten Schlüter®-BEKOTEC-EN 23 FD op de Schlüter®-TROBA-PLUS en steek ze overlappend in elkaar, waarbij één noppenrij voor de onderlinge verbinding wordt gebruikt. Snijd de noppenplaten op maat aan de rand. Let op: Hoewel de noppenplaten Schlüter®-BEKOTEC-EN 23 FD communicerende drainagekanalen hebben, gelden ze niet als capillair passieve drainage.

 

Schlüter®-DITRA-DRAIN

Dit bestaat uit een stevige polyethyleenfolie met een speciale noppenstructuur. Het filtervlies aan de bovenzijde maakt een goede verankering met tegellijm mogelijk.

Deze ontkoppelende drainagemat zorgt ervoor dat vocht dat tussen de voegen binnendringt direct wordt afgevoerd naar de rand van het terras, waardoor het niet kan bevriezen. Zelfs bij grote tegelformaten zorgt de luchtlaag in de mat ervoor dat de lijm gelijkmatig kan drogen door onderventilatie. Dankzij de vorm van de mat kunnen de dekvloer en tegels afzonderlijk bewegen, waardoor eventuele spanningen als gevolg van thermische uitzettingen moeiteloos worden opgevangen.

 

Verwerking

  1. Controleer de ondergrond waarop Schlüter-DITRA-DRAIN wordt geplaatst op vlakheid, draagkracht, hechting en materiaalcompatibiliteit. Verwijder eventuele delen die niet goed hechten. Oneffenheden moeten worden geëgaliseerd en hoogte- of hellingcompensatie moet worden aangebracht voordat de contactafdichting en DITRA-DRAIN worden geplaatst. Zorg ervoor dat de afdichting voldoende afschot heeft voor de afwatering.
  2. Breng bij gebruik van DITRA-DRAIN 4 een genormeerde hydraulisch afbindende dunbedmortel aan met een getande lijmkam van 6 x 6 mm. Voor DITRA-DRAIN 8 wordt 4 x 4 mm of 6 x 6 mm aanbevolen. Kies een dunbedmortel die geschikt is voor de ondergrond. Voor tegels met een kantlengte ≥ 30 cm wordt tegellijm met kristallijne waterafbinding geadviseerd voor een snelle hechting en droging.
  3. Druk de op maat gesneden stroken DITRA-DRAIN in de aangebrachte lijm en duw ze over het hele oppervlak in de dunbedmortel met behulp van een vlakke spaan of aandrukrol. Controleer of de kamers van DITRA-DRAIN 4 na het aanbrengen met mortel zijn gevuld. Lijn DITRA-DRAIN tijdens het plaatsen strak uit. Overlap de stroken en gebruik de zelfklevende naadafdekking Schlüter-DITRA-DRAIN-STU voor gesneden randen.
  4. Bescherm de geplaatste DITRA-DRAIN met loopplanken om beschadiging of loskomen te voorkomen, vooral tijdens het werken op het oppervlak. Extra bescherming kan nodig zijn bij directe zonnestraling of neerslag.
  5. Nadat DITRA-DRAIN is verlijmd, kan de bekleding met tegels of natuursteen worden geplaatst volgens het dunbedprocedé. Let op de open plaatsingstijd van de dunbedmortel. Voor buitentoepassingen moeten mortel en bekledingsmateriaal bestand zijn tegen water en weersinvloeden.
  6. Zodra de bekleding begaanbaar is, kan deze worden gevoegd met geschikte voegmortel.
  7. Buitenshuis moet de open drainageruimte aan de randen worden afgedekt met een profiel, zoals Schlüter BARA-RT, zonder de drainage-openingen af te sluiten.
  8. Houd bij het plaatsen van bewegingsvoegen zoals veldbegrenzings-, rand- en aansluitvoegen rekening met de instructies van de technische fiche en de geldende plaatsingsvoorschriften.


Opmerking: Raadpleeg onze profieltypes Schlüter-BARA en Schlüter-DILEX voor randafsluitingen, bewegingsvoegen en wandaansluitingen.